Luigi Pirandello
- Luigi Pirandello - |
|
|
|
Volledige naam | Luigi Pirandello |
Geboortedatum | Agrigento, 28 juni 1867 |
Datum van overlijden | Rome, 10 december 1936 |
Soort werk | Poëzie, toneel en romans |
Biografie
Jeugd
Luigi Pirandello was een Italiaans schrijver die in 1934 de Nobelprijs voor de Literatuur ontving. Pirandello wordt op 28 juni 1867 geboren in de villa 'Caos' (chaos) in de buurt van Agrigento (Sicilië). Zijn vader was eigenaar van een zwavelmijn, en hij verwachtte dat zijn zoon Luigi die over zou nemen. Luigi interesseerde zich echter meer voor literatuur en verliet Sicilië om in 1887 te beginnen aan zijn studie aan de Faculteit der Letteren van de universiteit van Rome. In 1889 vervolgde hij op aanraden van een professor zijn studie in Bonn, waar hij in 1891 afstudeerde en zijn eerste poëzie publiceerde. Hij kreeg er ook een baan, maar zijn liefde voor zijn vaderland deed hem in 1892 terugkeren naar Rome, waar hij zich mede dankzij Luigi Capuana verder aan de literatuur wijdde. In 1894 trad hij in het huwelijk met Maria Antonietta Portulano. Zij bleven in Rome wonen en kregen twee kinderen. In 1897 werd Pirandello docent literatuurgeschiedenis te Rome, en hij zou deze functie tot 1922 blijven vervullen.
Het rampjaar 1903
Een keerpunt in het leven van Pirandello is het jaar 1903. Zijn vrouw krijgt een zenuwziekte waardoor ze steeds verder zal aftakelen, en zijn vader gaat failliet door een overstroming in de zwavelmijn, waardoor Pirandello tot zijn afkeer moet gaan werken als privédocent om rond te kunnen komen. Om verder aan geld te komen intensiveert hij zijn werkzaamheden als schrijver en medewerker van verschillende kranten en tijdschriften. Wilde hij vroeger zijn werk nog wel eens kostenloos ter beschikking stellen aan tijdschriften, werken zonder vergoeding kan hij zich nu niet meer veroorloven. In deze periode verschijnt ook zijn beroemde roman Il fu Mattia Pascal.
Een succesvol schrijver
Naast romans gaat Pirandello zich steeds meer toeleggen op het schrijven van toneelstukken en novellen. Zijn theaterstukken baseert hij niet zelden op eerder geschreven novellen, hij 'plagieert' zichzelf. Rond het jaar 1920 begint Pirandello groot succes te krijgen met toneelstukken zoals 'Sei personaggi in cerca d'autore' (Zes personages op zoek naar hun auteur). In 1922 breekt hij internationaal door en reist hij de wereld rond met een eigen toneelgezelschap, dat mede gefinancierd wordt door de fascistische partij van Benito Mussolini, een partij waar de schrijver zich in 1924 bij aansluit. Aan het eind van zijn leven houdt Pirandello zich ook met het medium film bezig, waarin hij veel nieuwe mogelijkheden ziet. In 1934 wordt hem de Nobelprijs voor de Literatuur toegekend. Hij sterft in 1936.
Thema's in zijn werk
Pirandello’s werk wordt gerekend tot het modernisme, een stroming die in Italië haar hoogtepunt beleefde tussen 1915 en 1930, roerige jaren van grote wetenschappelijke en technologische vooruitgang, maar ook van oorlog. In deze tijd waarin oude zekerheden verdwijnen en oude waarheden hun zeggingskracht verliezen, moeten maatschappij en individu worstelen om het hoofd boven water te houden. Dit is de modernistische thematiek bij uitstek. Een centraal thema in het werk van Pirandello is een identiteitscrisis van zijn personages, bewust van hun tijdsgeest en op zoek naar wíe ze zijn, daarbij vaak meerdere persoonlijkheden hebbend, meerdere 'ikken' die onderling en met de wereld om hun heen de strijd aangaan. De uitkomst van deze strijd met zichzelf en de wereld is voor de personages zelden rooskleurig. De personages raken ieder houvast kwijt en komen terecht in een situatie van onontwarbare tegenstellingen die levensgeluk en sereniteit onmogelijk maken. Pirandello beschrijft zelf in een brief dat hij bestaat uit een ‘grote ik’ die sociaal is, en een gesloten ‘kleine ik’. Deze twee identiteiten staan op gespannen voet met elkaar, waarbij de eerste ‘ik’ een masker is om zich achter te kunnen verschuilen. Ieder mens zit gevangen in zijn pogingen een werkelijkheid voor zichzelf en de mensen om zich heen te scheppen. De waarheid een masker geven om zich achter te verbergen is een belangrijk thema. Pirandello maakt bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘vita’ (het leven – de gebeurtenissen) en ‘forma’, de wijze waarop de gebeurtenissen zich manifesteren. Het leven en de vorm komen slechts zelden overeen. Deze productieve spanning tussen ‘vita’ en ‘forma’ loopt als een rode draad door zijn werk.
Siciliaanse invloeden
Sicilië heeft een stempel gedrukt op veel van zijn werk: sommige verhalen spelen zich op het eiland af en de typisch Siciliaanse thematiek van familiewaarden en het familiedrama speelt een prominente rol.
Humor en tragiek
Een terugkerend motief in zijn werk is de humor. Humor is een manier om jezelf en anderen te leren kennen: volgens Pirandello heeft humor twee kanten. De eerste is de spontane lach, dit is de lach die verschijnt wanneer je met een komische situatie geconfronteerd wordt. De tweede kant is het vervolg: bewustzijn van het leed achter de lach. Zo beschrijft hij een oudere vrouw die overdreven veel make-up draagt, wat op de lachspieren werkt. Maar daarna wordt het personage zich ervan bewust dat die oude vrouw die make-up misschien wel als masker gebruikt tegen de ouderdom, of om een eventuele jonge minnaar tevreden te stellen. De humor en de tragiek zijn zo twee zijden van dezelfde medaille.
Bibliografie
L'Esclusa
Il Turno
Il Fu Mattia Pascal
Suo Marito
I Vecchi e I Giovani
Quaderni di Serafino Gubbio
Uno, Nessuno e Centomila
Sei Personaggi in Cerca d'Autore
Ciascuno a Suo Modo
Questa Sera si Recita a Soggetto
Enrico IV
L'Uomo dal Fiore in Bocca
La Vita che ti Diedi
Il Gioco delle Parti
Diana e La Tuda
Il Piacere dell'Onestà
L'Imbecille
L'Uomo, La Bestia e La Virtù
Vestire gli Ignudi
Così è (Se Vi Pare)
Poëzie
Mal Giocondo
Pasqua di Gea
Elegie Renane
La Zampogna
Fiore di Chiave
2024 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | sitemap......
"Wetenschap zonder religie is lam, religie zonder wetenschap is blind.
la scienza senza la religione è zoppa; la religione senza la scienza è cieca.
"