Agenda en uitgaanstips

Evenementen in Nederland

 

-------

 

Feest- en gedenkdagen in Italië

 

25 april

Festa della Liberazione

 

1 mei

Festa del Lavoro

 

2 juni

Festa della Repubblica

 

Lees verder...

Onze statistieken

Vandaag 11
Deze week 302
Deze maand 2439
Sinds 10-2008 3599227

Zwijgen - Tacere




 

 

In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, etc.) meestal weggelaten. Hier staan ze voor de volledigheid wel vermeld.

 

 

Infinitief Infinito
te zwijgen tacere
   
Tegenwoordige tijd Presente
ik zwijg io taccio
jij zwijgt tu taci
hij / zij zwijgt lui / lei tace
wij zwijgen noi tacciamo, taciamo
jullie zwijgen voi tacete
zij zwijgen loro tacciono, taciono
   
Tegenwoordig actieve tijd Presente progressive
ik ben aan het zwijgen io sto tacendo
jij bent aan het zwijgen tu stai tacendo
hij / zij is aan het zwijgen lui / lei sta tacendo
wij zijn aan het zwijgen noi stiamo tacendo
jullie zijn aan het zwijgen voi state tacendo
zij zijn aan het zwijgen loro stanno tacendo
   
Verleden tijd Passato
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
ik zweeg io tacevo
jij zweeg tu tacevi
hij / zij zweeg lui / lei taceva
wij zwegen noi tacevamo
jullie zwegen voi tacevate
zij zwegen loro tacevano
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(nabije verleden)
Passato prossimo
ik heb gezwegen io ho taciuto
jij hebt gezwegen tu hai taciuto
hij / zij heeft gezwegen lui / lei ha taciuto
wij hebben gezwegen noi abbiamo taciuto
jullie hebben gezwegen voi avete taciuto
zij hebben gezwegen loro hanno taciuto
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(verre verleden)
Passato remoto
ik heb gezwegen io tacqui
jij hebt gezwegen tu tacesti
hij / zij heeft gezwegen lui / lei tacque
wij hebben gezwegen noi tacemmo
jullie hebben gezwegen voi taceste
zij hebben gezwegen loro tacquero
   
Voltooid verleden tijd
(nabije verleden)
Trapassato prossimo
ik had gezwegen io avevo taciuto
jij had gezwegen tu avevi taciuto
hij / zij had gezwegen lui / lei aveva taciuto
wij hadden gezwegen noi avevamo taciuto
jullie hadden gezwegen voi avevate taciuto
zij hadden gezwegen loro avevano taciuto
   
Voltooid verleden tijd
(verre verleden)
Trapassato remoto
ik had gezwegen io ebbi taciuto
jij had gezwegen tu avesti taciuto
hij / zij had gezwegen lui / lei ebbe taciuto
wij hadden gezwegen noi avemmo taciuto
jullie hadden gezwegen voi aveste taciuto
zij hadden gezwegen loro ebbero taciuto
   
Toekomende tijd Futuro
Onvoltooid toekomende tijd Futuro semplice
ik zal zwijgen io tacerò
jij zal zwijgen tu tacerai
hij / zij zal zwijgen lui / lei tacerà
wij zullen zwijgen noi taceremo
jullie zullen zwijgen voi tacerete
zij zullen zwijgen loro taceranno
   
Voltooid toekomstige tijd Futuro anteriore
ik zal hebben gezwegen io avrò taciuto
jij zal hebben gezwegen tu avrai taciuto
hij / zij zal hebben gezwegen lui / lei avrà taciuto
wij zullen hebben gezwegen noi avremo taciuto
jullie zullen hebben gezwegen voi avrete taciuto
zij zullen hebben gezwegen loro avranno taciuto
   
Aanvoegende wijs Congiuntivo
Tegenwoordige tijd Presente
dat ik zwijg che io taccia
dat je zwijgt che tu taccia
dat hij / zij zwijgt che lui / lei taccia
dat wij zwijgen che noi tacciamo, taciamo
dat jullie zwijgen che voi tacciate, taciate
dat zij zwijgen che loro tacciano
   
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
dat ik zweeg che io tacessi
dat je zweeg che tu tacessi
dat hij / zij zweeg che lui / lei tacesse
dat wij zwegen che noi tacessimo
dat jullie zwegen che voi taceste
dat zij zwegen che loro tacessero
   
Voltooid tegenwoordige tijd Passato
dat ik heb gezwegen che io abbia taciuto
dat je hebt gezwegen che tu abbia taciuto
dat hij / zij heeft gezwegen che lui / lei abbia taciuto
dat wij hebben gezwegen che noi abbiamo taciuto
dat jullie hebben gezwegen che voi abbiate taciuto
dat zij hebben gezwegen che loro abbiano taciuto
   
Voltooid verleden tijd Trapassato
dat ik had gezwegen che io avessi taciuto
dat je had gezwegen che tu avessi taciuto
dat hij / zij had gezwegen che lui / lei avesse taciuto
dat wij hadden gezwegen che noi avessimo taciuto
dat jullie hadden gezwegen che voi aveste taciuto
dat zij hadden gezwegen che loro avessero taciuto
   
Voorwaardelijke wijs Condizionale
Tegenwoordige tijd Presente
ik zou zwijgen io tacerei
jij zou zwijgen tu taceresti
hij / zij zou zwijgen lui / lei tacerebbe
wij zouden zwijgen noi taceremmo
jullie zouden zwijgen voi tacereste
zij zouden zwijgen loro tacerebbero
   
Verleden tijd Passato
ik zou hebben gezwegen io avrei taciuto
jij zou hebben gezwegen tu avresti taciuto
hij / zij zou hebben gezwegen lui / lei avrebbe taciuto
wij zouden hebben gezwegen noi avremmo taciuto
jullie zouden hebben gezwegen voi avreste taciuto
zij zouden hebben gezwegen loro avrebbero taciuto
   
Gebiedende wijs Imperativo
zwijg ! (tu) taci !
zwijg ! (Lei) taccia !
laten we zwijgen ! (noi) tacciamo !
zwijg ! (voi) tacete !
zwijg ! (loro) tacciano !
   
Deelwoord Participio
tegenwoordige tijd Presente
zwijgende tacente
   
Verleden tijd Passato
gezwegen hebbende taciuto
   
Gerundium Gerundio
Tegenwoordige tijd Presente
al zwijgend tacendo
   
Verleden tijd Passato
gezwegen hebbend avendo taciuto







Citaat van de dag

"Wetenschap zonder religie is lam, religie zonder wetenschap is blind.
la scienza senza la religione è zoppa; la religione senza la scienza è cieca. "
- Albert Einstein -
(1879-1955)

Advertenties

Met de opbrengst van reclame wordt het onderhoud van de site betaald en sparen we voor nieuwe investeringen zoals geluidsbestanden.
Wilt u ook adverteren op deze site?