Zijn - Essere
In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, etc.) meestal weggelaten. Hier zijn ze voor de volledigheid wel vermeld.
Infinitief | Infinito |
te zijn | essere |
Tegenwoordige tijd | Presente |
ik ben | io sono |
jij bent | tu sei |
hij / zij is | lui / lei è |
wij zijn | noi siamo |
jullie zijn | voi siete |
zij zijn | loro sono |
Verleden tijd | Passato |
Onvoltooid verleden tijd | Imperfetto |
ik was | io ero |
jij was | tu eri |
hij / zij was | lui / lei era |
wij waren | noi eravamo |
jullie waren | voi eravate |
zij waren | loro erano |
Voltooid tegenwoordige tijd (nabije verleden) |
Passato prossimo |
ik ben geweest | io sono stato |
jij bent geweest | tu sei stato |
hij / zij is geweest | lui / lei è stato |
wij zijn geweest | noi siamo stati |
jullie zijn geweest | voi siete stati |
zij zijn geweest | loro sono stati |
Voltooid tegenwoordige tijd (verre verleden) |
Passato remoto |
ik ben geweest | io fui |
jij bent geweest | tu fosti |
hij / zij is geweest | lui / lei fu |
wij zijn geweest | noi fummo |
jullie zijn geweest | voi foste |
zij zijn geweest | loro furono |
Voltooid verleden tijd (nabije verleden) |
Trapassato prossimo |
ik was geweest | io ero stato |
jij was geweest | tu eri stato |
hij / zij was geweest | lui / lei era stato |
wij waren geweest | noi eravamo stati |
jullie waren geweest | voi eravate stati |
zij waren geweest | loro erano stati |
Voltooid verleden tijd (verre verleden) |
Trapassato remoto |
ik was geweest | io fui stato |
jij was geweest | tu fosti stato |
hij / zij was geweest | lui / lei fu stato |
wij waren geweest | noi fummo stati |
jullie waren geweest | voi foste stati |
zij waren geweest | loro furono stati |
Toekomende tijd | Futuro |
Onvoltooid toekomende tijd | Futuro semplice |
ik zal zijn | io sarò |
jij zal zijn | tu sarai |
hij / zij zal zijn | lui / lei sarà |
wij zullen zijn | noi saremo |
jullie zullen zijn | voi sarete |
zij zullen zijn | loro saranno |
Voltooid toekomstige tijd | Futuro anteriore |
ik zal zijn geweest | io sarò stato |
jij zal zijn geweest | tu sarai stato |
hij / zij zal zijn geweest | lui / lei sarà stato |
wij zullen zijn geweest | noi saremo stati |
jullie zullen zijn geweest | voi sarete stati |
zij zullen zijn geweest | loro saranno stati |
Aanvoegende wijs | Congiuntivo |
Tegenwoordige tijd | Presente |
dat ik mag zijn | che io sia |
dat je moge zijn | che tu sia |
dat hij / zij moge zijn | che lui / lei sia |
dat wij mogen zijn | che noi siamo |
dat jullie mogen zijn | che voi siate |
dat zij mogen zijn | che loro siano |
Onvoltooid verleden tijd | Imperfetto |
dat ik mocht zijn | che io fossi |
dat je mocht zijn | che tu fossi |
dat hij / zij mocht zijn | che lui / lei fosse |
dat wij mochten zijn | che noi fossimo |
dat jullie mochten zijn | che voi foste |
dat zij mochten zijn | che loro fossero |
Voltooid tegenwoordige tijd | Passato |
dat ik heb mogen zijn | che io sia stato |
dat je hebt mogen zijn | che tu sia stato |
dat hij / zij heeft mogen zijn | che lui / lei sia stato |
dat wij hebben mogen zijn | che noi siamo stati |
dat jullie hebben mogen zijn | che voi siate stati |
dat zij hebben mogen zijn | che loro siano stati |
Voltooid verleden tijd | Trapassato |
dat ik had mogen zijn | che io fossi stato |
dat je had mogen zijn | che tu fossi stato |
dat hij / zij had mogen zijn | che lui / lei fosse stato |
dat wij hadden mogen zijn | che noi fossimo stati |
dat jullie hadden mogen zijn | che voi foste stati |
dat zij hadden mogen zijn | che loro fossero stati |
Voorwaardelijke wijs | Condizionale |
Tegenwoordige tijd | Presente |
ik zou zijn | io sarei |
jij zou zijn | tu saresti |
hij / zij zou zijn | lui / lei sarebbe |
wij zouden zijn | noi saremmo |
jullie zouden zijn | voi sareste |
zij zouden zijn | loro sarebbero |
Verleden tijd | Passato |
ik zou zijn geweest | io sarei stato |
jij zou zijn geweest | tu saresti stato |
hij / zij zou zijn geweest | lui / lei sarebbe stato |
wij zouden zijn geweest | noi saremmo stati |
jullie zouden zijn geweest | voi sareste stati |
zij zouden zijn geweest | loro sarebbero stati |
Gebiedende wijs | Imperativo |
wees! | (tu) sii |
wees! | (Lei) sia |
laten we zijn ! | (noi) siamo |
wees! | (voi) siate |
wees! | (loro) siano |
Deelwoord | Participio |
tegenwoordige tijd | Presente |
zijnde | ente |
Verleden tijd | Passato |
geweest zijnde | stato |
Gerundium | Gerundio |
Tegenwoordige tijd | Presente |
al zijnd | essendo |
Verleden tijd | Passato |
geweest zijnd | essendo stato |
2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | sitemap......
"Wijsheid begint bij twijfel.
Il dubbio è l' inizio della sapienza.
"