Agenda en uitgaanstips

Evenementen in Nederland

 

-------

 

Feest- en gedenkdagen in Italië

 

25 april

Festa della Liberazione

 

1 mei

Festa del Lavoro

 

2 juni

Festa della Repubblica

 

Lees verder...

Onze statistieken

Vandaag 277
Deze week 277
Deze maand 2414
Sinds 10-2008 3599202

Winnen - Vincere




 

 

In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, etc.) meestal weggelaten. Hier staan ze voor de volledigheid wel vermeld.

 

 

Infinitief Infinito
te winnen vincere
   
Tegenwoordige tijd Presente
ik win io vinco
jij wint tu vinci
hij / zij wint lui / lei vince
wij winnen noi vinciamo
jullie winnen voi vincete
zij winnen loro vincono
   
Tegenwoordig actieve tijd Presente progressive
ik ben aan het winnen io sto vincendo
jij bent aan het winnen tu stai vincendo
hij / zij is aan het winnen lui / lei sta vincendo
wij zijn aan het winnen noi stiamo vincendo
jullie zijn aan het winnen voi state vincendo
zij zijn aan het winnen loro stanno vincendo
   
Verleden tijd Passato
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
ik won io vincevo
jij won tu vincevi
hij / zij won lui / lei vinceva
wij wonnen noi vincevamo
jullie wonnen voi vincevate
zij wonnen loro vincevano
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(nabije verleden)
Passato prossimo
ik heb gewonnen io ho vinto
jij hebt gewonnen tu hai vinto
hij / zij heeft gewonnen lui / lei ha vinto
wij hebben gewonnen noi abbiamo vinto
jullie hebben gewonnen voi avete vinto
zij hebben gewonnen loro hanno vinto
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(verre verleden)
Passato remoto
ik heb gewonnen io vinsi
jij hebt gewonnen tu vincesti
hij / zij heeft gewonnen lui / lei vinse
wij hebben gewonnen noi vincemmo
jullie hebben gewonnen voi vinceste
zij hebben gewonnen loro vinsero
   
Voltooid verleden tijd
(nabije verleden)
Trapassato prossimo
ik had gewonnen io avevo vinto
jij had gewonnen tu avevi vinto
hij / zij had gewonnen lui / lei aveva vinto
wij hadden gewonnen noi avevamo vinto
jullie hadden gewonnen voi avevate vinto
zij hadden gewonnen loro avevano vinto
   
Voltooid verleden tijd
(verre verleden)
Trapassato remoto
ik had gewonnen io ebbi vinto
jij had gewonnen tu avesti vinto
hij / zij had gewonnen lui / lei ebbe vinto
wij hadden gewonnen noi avemmo vinto
jullie hadden gewonnen voi aveste vinto
zij hadden gewonnen loro ebbero vinto
   
Toekomende tijd Futuro
Onvoltooid toekomende tijd Futuro semplice
ik zal winnen io vincerò
jij zal winnen tu vincerai
hij / zij zal winnen lui / lei vincerà
wij zullen winnen noi vinceremo
jullie zullen winnen voi vincerete
zij zullen winnen loro vinceranno
   
Voltooid toekomstige tijd Futuro anteriore
ik zal hebben gewonnen io avrò vinto
jij zal hebben gewonnen tu avrai vinto
hij / zij zal hebben gewonnen lui / lei avrà vinto
wij zullen hebben gewonnen noi avremo vinto
jullie zullen hebben gewonnen voi avrete vinto
zij zullen hebben gewonnen loro avranno vinto
   
Aanvoegende wijs Congiuntivo
Tegenwoordige tijd Presente
dat ik win che io vinca
dat je wint che tu vinca
dat hij / zij wint che lui / lei vinca
dat wij winnen che noi vinciamo
dat jullie winnen che voi vinciate
dat zij winnen che loro vincano
   
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
dat ik won che io vincessi
dat je won che tu vincessi
dat hij / zij won che lui / lei vincesse
dat wij wonnen che noi vincessimo
dat jullie wonnen che voi vinceste
dat zij wonnen che loro vincessero
   
Voltooid tegenwoordige tijd Passato
dat ik heb gewonnen che io abbia vinto
dat je hebt gewonnen che tu abbia vinto
dat hij / zij heeft gewonnen che lui / lei abbia vinto
dat wij hebben gewonnen che noi abbiamo vinto
dat jullie hebben gewonnen che voi abbiate vinto
dat zij hebben gewonnen che loro abbiano vinto
   
Voltooid verleden tijd Trapassato
dat ik had gewonnen che io avessi vinto
dat je had gewonnen che tu avessi vinto
dat hij / zij had gewonnen che lui / lei avesse vinto
dat wij hadden gewonnen che noi avessimo vinto
dat jullie hadden gewonnen che voi aveste vinto
dat zij hadden gewonnen che loro avessero vinto
   
Voorwaardelijke wijs Condizionale
Tegenwoordige tijd Presente
ik zou winnen io vincerei
jij zou winnen tu vinceresti
hij / zij zou winnen lui / lei vincerebbe
wij zouden winnen noi vinceremmo
jullie zouden winnen voi vincereste
zij zouden winnen loro vincerebbero
   
Verleden tijd Passato
ik zou hebben gewonnen io avrei vinto
jij zou hebben gewonnen tu avresti vinto
hij / zij zou hebben gewonnen lui / lei avrebbe vinto
wij zouden hebben gewonnen noi avremmo vinto
jullie zouden hebben gewonnen voi avreste vinto
zij zouden hebben gewonnen loro avrebbero vinto
   
Gebiedende wijs Imperativo
win ! (tu) vinci !
win ! (Lei) vinca !
laten we winnen ! (noi) vinciamo !
win ! (voi) vincete !
win ! (loro) vincano !
   
Deelwoord Participio
tegenwoordige tijd Presente
winnende vincente
   
Verleden tijd Passato
gewonnen hebbende vinto
   
Gerundium Gerundio
Tegenwoordige tijd Presente
al winnend vincendo
   
Verleden tijd Passato
gewonnen hebbend avendo vinto







Citaat van de dag

"Twee dingen vervullen het gemoed met steeds nieuwe en steeds toenemende bewondering en ontzag, hoe vaker en intenser het nadenken zich erop toelegt: de sterrenhemel boven mij en de morele wet in mij.
Due cose riempiono l'animo di ammirazione e venerazione sempre nuova e crescente, quanto più spesso e più a lungo la riflessione si occupa di esse: il cielo stellato sopra di me, e la legge morale in me. "
- Immanuel Kant -
(1724-1804)

Advertenties

Met de opbrengst van reclame wordt het onderhoud van de site betaald en sparen we voor nieuwe investeringen zoals geluidsbestanden.
Wilt u ook adverteren op deze site?