Agenda en uitgaanstips

Evenementen in Nederland

 

-------

 

Feest- en gedenkdagen in Italië

 

25 april

Festa della Liberazione

 

1 mei

Festa del Lavoro

 

2 juni

Festa della Repubblica

 

Lees verder...

Onze statistieken

Vandaag 182
Deze week 182
Deze maand 2319
Sinds 10-2008 3599107

Moeten - Dovere




 

 

In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, etc.) meestal weggelaten. Hier staan ze voor de volledigheid wel vermeld.

 

 

Infinitief Infinito
te moeten dovere
   
Tegenwoordige tijd Presente
ik moet io devo
jij moet tu devi
hij / zij moet lui / lei deve
wij moeten noi dobbiamo
jullie moeten voi dovete
zij moeten loro devono, debbono
   
Verleden tijd Passato
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
ik moest io dovevo
jij moest tu dovevi
hij / zij moest lui / lei doveva
wij moesten noi dovevamo
jullie moesten voi dovevate
zij moesten loro dovevano
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(nabije verleden)
Passato prossimo
ik heb gemoeten io ho dovuto
jij hebt gemoeten tu hai dovuto
hij / zij heeft gemoeten lui / lei ha dovuto
wij hebben gemoeten noi abbiamo dovuto
jullie hebben gemoeten voi avete dovuto
zij hebben gemoeten loro hanno dovuto
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(verre verleden)
Passato remoto
ik heb gemoeten io dovetti, dovei
jij hebt gemoeten tu dovesti
hij / zij heeft gemoeten lui / lei dovette, dové
wij hebben gemoeten noi dovemmo
jullie hebben gemoeten voi doveste
zij hebben gemoeten loro dovettero, doverono
   
Voltooid verleden tijd
(nabije verleden)
Trapassato prossimo
ik had gemoeten io avevo dovuto
jij had gemoeten tu avevi dovuto
hij / zij had gemoeten lui / lei aveva dovuto
wij hadden gemoeten noi avevamo dovuto
jullie hadden gemoeten voi avevate dovuto
zij hadden gemoeten loro avevano dovuto
   
Voltooid verleden tijd
(verre verleden)
Trapassato remoto
ik had gemoeten io ebbi dovuto
jij had gemoeten tu avesti dovuto
hij / zij had gemoeten lui / lei ebbe dovuto
wij hadden gemoeten noi avemmo dovuto
jullie hadden gemoeten voi aveste dovuto
zij hadden gemoeten loro ebbero dovuto
   
Toekomende tijd Futuro
Onvoltooid toekomende tijd Futuro semplice
ik zal moeten io dovrò
jij zal moeten tu dovrai
hij / zij zal moeten lui / lei dovrà
wij zullen moeten noi dovremo
jullie zullen moeten voi dovrete
zij zullen moeten loro dovranno
   
Voltooid toekomstige tijd Futuro anteriore
ik zal hebben gemoeten io avrò dovuto
jij zal hebben gemoeten tu avrai dovuto
hij / zij zal hebben gemoeten lui / lei avrà dovuto
wij zullen hebben gemoeten noi avremo dovuto
jullie zullen hebben gemoeten voi avrete dovuto
zij zullen hebben gemoeten loro avranno dovuto
   
Aanvoegende wijs Congiuntivo
Tegenwoordige tijd Presente
dat ik moet che io deva, debba
dat je moet che tu deva, debba
dat hij / zij moet che lui / lei deva, debba
dat wij moeten che noi dobbiamo
dat jullie moeten che voi dobbiate
dat zij moeten che loro devano, debbano
   
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
dat ik moest che io dovessi
dat je moest che tu dovessi
dat hij / zij moest che lui / lei dovesse
dat wij moesten che noi dovessimo
dat jullie moesten che voi doveste
dat zij moesten che loro dovessero
   
Voltooid tegenwoordige tijd Passato
dat ik heb gemoeten che io abbia dovuto
dat je hebt gemoeten che tu abbia dovuto
dat hij / zij heeft gemoeten che lui / lei abbia dovuto
dat wij hebben gemoeten che noi abbiamo dovuto
dat jullie hebben gemoeten che voi abbiate dovuto
dat zij hebben gemoeten che loro abbiano dovuto
   
Voltooid verleden tijd Trapassato
dat ik had gemoeten che io avessi dovuto
dat je had gemoeten che tu avessi dovuto
dat hij / zij had gemoeten che lui / lei avesse dovuto
dat wij hadden gemoeten che noi avessimo dovuto
dat jullie hadden gemoeten che voi aveste dovuto
dat zij hadden gemoeten che loro avessero dovuto
   
Voorwaardelijke wijs Condizionale
Tegenwoordige tijd Presente
ik zou moeten io dovrei
jij zou moeten tu dovresti
hij / zij zou moeten lui / lei dovrebbe
wij zouden moeten noi dovremmo
jullie zouden moeten voi dovreste
zij zouden moeten loro dovrebbero
   
Verleden tijd Passato
ik zou hebben gemoeten io avrei dovuto
jij zou hebben gemoeten tu avresti dovuto
hij / zij zou hebben gemoeten lui / lei avrebbe dovuto
wij zouden hebben gemoeten noi avremmo dovuto
jullie zouden hebben gemoeten voi avreste dovuto
zij zouden hebben gemoeten loro avrebbero dovuto
   
Gebiedende wijs Imperativo
- Dit werkwoord kent geen gebiedende wijs
   
Deelwoord Participio
tegenwoordige tijd Presente
moetende -
   
Verleden tijd Passato
gemoeten hebbende dovuto
   
Gerundium Gerundio
Tegenwoordige tijd Presente
al moetend dovendo
   
Verleden tijd Passato
gemoeten hebbend avendo dovuto







Citaat van de dag

"Twee dingen vervullen het gemoed met steeds nieuwe en steeds toenemende bewondering en ontzag, hoe vaker en intenser het nadenken zich erop toelegt: de sterrenhemel boven mij en de morele wet in mij.
Due cose riempiono l'animo di ammirazione e venerazione sempre nuova e crescente, quanto più spesso e più a lungo la riflessione si occupa di esse: il cielo stellato sopra di me, e la legge morale in me. "
- Immanuel Kant -
(1724-1804)

Advertenties

Met de opbrengst van reclame wordt het onderhoud van de site betaald en sparen we voor nieuwe investeringen zoals geluidsbestanden.
Wilt u ook adverteren op deze site?