Komen - Venire
In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, etc.) meestal weggelaten. Hier staan ze voor de volledigheid wel vermeld.
Infinitief | Infinito |
te komen | venire |
Tegenwoordige tijd | Presente |
ik kom | io vengo |
jij komt | tu vieni |
hij / zij komt | lui / lei viene |
wij komen | noi veniamo |
jullie komen | voi venite |
zij komen | loro vengono |
Tegenwoordig actieve tijd | Presente progressive |
ik ben aan het komen | io sto venendo |
jij bent aan het komen | tu stai venendo |
hij / zij is aan het komen | lui / lei sta venendo |
wij zijn aan het komen | noi stiamo venendo |
jullie zijn aan het komen | voi state venendo |
zij zijn aan het komen | loro stanno venendo |
Verleden tijd | Passato |
Onvoltooid verleden tijd | Imperfetto |
ik kwam | io venivo |
jij kwam | tu venivi |
hij / zij kwam | lui / lei veniva |
wij kwamen | noi venivamo |
jullie kwamen | voi venivate |
zij kwamen | loro venivano |
voltooid tegenwoordige tijd (nabije verleden) |
Passato prossimo |
ik ben gekomen | io sono venuto |
jij bent gekomen | tu sei venuto |
hij / zij is gekomen | lui / lei é venuto |
wij zijn gekomen | noi siamo venuti |
jullie zijn gekomen | voi siete venuti |
zij zijn gekomen | loro sono venuti |
voltooid tegenwoordige tijd (verre verleden) |
Passato remoto |
ik ben gekomen | io vennni |
jij bent gekomen | tu venisti |
hij / zij is gekomen | lui / lei venne |
wij zijn gekomen | noi venimmo |
jullie zijn gekomen | voi veniste |
zij zijn gekomen | loro vennero |
voltooid verleden tijd (nabije verleden) |
Trapassato prossimo |
ik was gekomen | io ero venuto |
jij was gekomen | tu eri venuto |
hij / zij was gekomen | lui / lei era venuto |
wij waren gekomen | noi eravamo venuti |
jullie waren gekomen | voi eravate venuti |
zij waren gekomen | loro erano venuti |
voltooid verleden tijd (verre verleden) |
Trapassato remoto |
ik was gekomen | io fui venuto |
jij was gekomen | tu fosti venuto |
hij / zij was gekomen | lui / lei fu venuto |
wij waren gekomen | noi fummo venuti |
jullie waren gekomen | voi foste venuti |
zij waren gekomen | loro furono venuti |
Toekomende tijd | Futuro |
Onvoltooid toekomende tijd | Futuro semplice |
ik zal komen | io verrò |
jij zal komen | tu verrai |
hij / zij zal komen | lui / lei verrà |
wij zullen komen | noi verremo |
jullie zullen komen | voi verrete |
zij zullen komen | loro verranno |
voltooid toekomstige tijd | Futuro anteriore |
ik zal zijn gekomen | io sarò venuto |
jij zal zijn gekomen | tu sarai venuto |
hij / zij zal zijn gekomen | lui / lei sarà venuto |
wij zullen zijn gekomen | noi saremo venuti |
jullie zullen zijn gekomen | voi sarete venuti |
zij zullen zijn gekomen | loro saranno venuti |
Aanvoegende wijs | Congiuntivo |
Tegenwoordige tijd | Presente |
dat ik mag komen | che io venga |
dat je moge komen | che tu venga |
dat hij / zij moge komen | che lui / lei venga |
dat wij mogen komen | che noi veniamo |
dat jullie mogen komen | che voi veniate |
dat zij mogen komen | che loro vengano |
Onvoltooid verleden tijd | Imperfetto |
dat ik mocht komen | che io venissi |
dat je mocht komen | che tu venissi |
dat hij / zij mocht komen | che lui / lei venisse |
dat wij mochten komen | che noi venissimo |
dat jullie mochten komen | che voi veniste |
dat zij mochten komen | che loro venissero |
voltooid tegenwoordige tijd | Passato |
dat ik heb mogen komen | che io sia venuto |
dat je hebt mogen komen | che tu sia venuto |
dat hij / zij heeft mogen komen | che lui / lei sia venuto |
dat wij zijn mogen komen | che noi siamo venuti |
dat jullie zijn mogen komen | che voi siate venuti |
dat zij zijn mogen komen | che loro siano venuti |
voltooid verleden tijd | Trapassato |
dat ik had mogen komen | che io fossi venuto |
dat je had mogen komen | che tu fossi venuto |
dat hij / zij had mogen komen | che lui / lei fosse venuto |
dat wij hadden mogen komen | che noi fossimo venuti |
dat jullie hadden mogen komen | che voi foste venuti |
dat zij hadden mogen komen | che loro fossero venuti |
Voorwaardelijke wijs | Condizionale |
Tegenwoordige tijd | Presente |
ik zou komen | io verrei |
jij zou komen | tu verresti |
hij / zij zou komen | lui / lei verrebbe |
wij zouden komen | noi verremmo |
jullie zouden komen | voi verreste |
zij zouden komen | loro verrebbero |
Verleden tijd | Passato |
ik zou zijn gekomen | io sarei venuto |
jij zou zijn gekomen | tu saresti venuto |
hij / zij zou zijn gekomen | lui / lei sarebbe venuto |
wij zouden zijn gekomen | noi saremmo venuti |
jullie zouden zijn gekomen | voi sareste venuti |
zij zouden zijn gekomen | loro sarebbero venuti |
Gebiedende wijs | Imperativo |
kom ! | (tu) vieni ! |
kom ! | (Lei) venga! |
laten we komen ! | (noi) veniamo ! |
kom ! | (voi) venite ! |
kom ! | (loro) vengano ! |
Deelwoord | Participio |
tegenwoordige tijd | Presente |
komende | venente |
Verleden tijd | Passato |
gekomen zijnde | venuto |
Gerundium | Gerundio |
Tegenwoordige tijd | Presente |
al komend | venendo |
Verleden tijd | Passato |
gekomen zijnd | essendo venuto |
2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | sitemap......
"Iedere taal geeft een unieke kijk op het leven.
Un linguaggio diverso è una diversa visione della vita.
"