Agenda en uitgaanstips

Evenementen in Nederland

 

-------

 

Feest- en gedenkdagen in Italië

 

25 april

Festa della Liberazione

 

1 mei

Festa del Lavoro

 

2 juni

Festa della Repubblica

 

Lees verder...

Onze statistieken

Vandaag 201
Deze week 201
Deze maand 2338
Sinds 10-2008 3599126

Hebben - Avere




 

 

In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, etc.) meestal weggelaten. Hier staan ze voor de volledigheid wel vermeld.

 

 

Infinitief Infinito
te hebben avere
   
Tegenwoordige tijd Presente
ik heb io ho
jij hebt tu hai
hij / zij heeft lui / lei ha
wij hebben noi abbiamo
jullie hebben voi avete
zij hebben loro hanno
   
Tegenwoordig actieve tijd Presente progressive
ik ben aan het hebben io sto avendo
jij bent aan het hebben tu stai avendo
hij / zij is aan het hebben lui / lei sta avendo
wij zijn aan het hebben noi stiamo avendo
jullie zijn aan het hebben voi state avendo
zij zijn aan het hebben loro stanno avendo
   
Verleden tijd Passato
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
ik had io avevo
jij had tu avevi
hij / zij had lui / lei aveva
wij hadden noi avevamo
jullie hadden voi avevate
zij hadden loro avevano
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(nabije verleden)
Passato prossimo
ik heb gehad io ho avuto
jij hebt gehad tu hai avuto
hij / zij heeft gehad lui / lei ha avuto
wij hebben gehad noi abbiamo avuto
jullie hebben gehad voi avete avuto
zij hebben gehad loro hanno avuto
   
Voltooid tegenwoordige tijd
(verre verleden)
Passato remoto
ik heb gehad io ebbi
jij hebt gehad tu avesti
hij / zij heeft gehad lui / lei ebbe
wij hebben gehad noi avemmo
jullie hebben gehad voi aveste
zij hebben gehad loro ebbero
   
Voltooid verleden tijd
(nabije verleden)
Trapassato prossimo
ik had gehad io avevo avuto
jij had gehad tu avevi avuto
hij / zij had gehad lui / lei aveva avuto
wij hadden gehad noi avevamo avuto
jullie hadden gehad voi avevate avuto
zij hadden gehad loro avevano avuto
   
Voltooid verleden tijd
(verre verleden)
Trapassato remoto
ik had gehad io ebbi avuto
jij had gehad tu avesti avuto
hij / zij had gehad lui / lei ebbe avuto
wij hadden gehad noi avemmo avuto
jullie hadden gehad voi aveste avuto
zij hadden gehad loro ebbero avuto
   
Toekomende tijd Futuro
Onvoltooid toekomende tijd Futuro semplice
ik zal hebben io avrò
jij zal hebben tu avrai
hij / zij zal hebben lui / lei avrà
wij zullen hebben noi avremo
jullie zullen hebben voi avrete
zij zullen hebben loro avranno
   
Voltooid toekomstige tijd Futuro anteriore
ik zal hebben gehad io avrò avuto
jij zal hebben gehad tu avrai avuto
hij / zij zal hebben gehad lui / lei avrà avuto
wij zullen hebben gehad noi avremo avuto
jullie zullen hebben gehad voi avrete avuto
zij zullen hebben gehad loro avranno avuto
   
Aanvoegende wijs Congiuntivo
Tegenwoordige tijd Presente
dat ik heb che io abbia
dat je hebt che tu abbia
dat hij / zij heeft che lui / lei abbia
dat wij hebben che noi abbiamo
dat jullie hebben che voi abbiate
dat zij hebben che loro abbiano
   
Onvoltooid verleden tijd Imperfetto
dat ik had che io avessi
dat je had che tu avessi
dat hij / zij had che lui / lei avesse
dat wij hadden che noi avessimo
dat jullie hadden che voi aveste
dat zij hadden che loro avessero
   
Voltooid tegenwoordige tijd Passato
dat ik heb gehad che io abbia avuto
dat je hebt gehad che tu abbia avuto
dat hij / zij heeft gehad che lui / lei abbia avuto
dat wij hebben gehad che noi abbiamo avuto
dat jullie hebben gehad che voi abbiate avuto
dat zij hebben gehad che loro abbiano avuto
   
Voltooid verleden tijd Trapassato
dat ik had gehad che io avessi avuto
dat je had gehad che tu avessi avuto
dat hij / zij had gehad che lui / lei avesse avuto
dat wij hadden gehad che noi avessimo avuto
dat jullie hadden gehad che voi aveste avuto
dat zij hadden gehad che loro avessero avuto
   
Voorwaardelijke wijs Condizionale
Tegenwoordige tijd Presente
ik zou hebben io avrei
jij zou hebben tu avresti
hij / zij zou hebben lui / lei avrebbe
wij zouden hebben noi avremmo
jullie zouden hebben voi avreste
zij zouden hebben loro avrebbero
   
Verleden tijd Passato
ik zou hebben gehad io avrei avuto
jij zou hebben gehad tu avresti avuto
hij / zij zou hebben gehad lui / lei avrebbe avuto
wij zouden hebben gehad noi avremmo avuto
jullie zouden hebben gehad voi avreste avuto
zij zouden hebben gehad loro avrebbero avuto
   
Gebiedende wijs Imperativo
heb ! (tu) abbi !
heb ! (Lei) abbia !
laten we hebben ! (noi) abbiamo !
heb ! (voi) abbiate !
heb ! (loro) abbiano !
   
Deelwoord Participio
tegenwoordige tijd Presente
hebbende avente
   
Verleden tijd Passato
gehad hebbende avuto
   
Gerundium Gerundio
Tegenwoordige tijd Presente
al hebbend avendo
   
Verleden tijd Passato
gehad hebbend avendo avuto







Citaat van de dag

"Twee dingen vervullen het gemoed met steeds nieuwe en steeds toenemende bewondering en ontzag, hoe vaker en intenser het nadenken zich erop toelegt: de sterrenhemel boven mij en de morele wet in mij.
Due cose riempiono l'animo di ammirazione e venerazione sempre nuova e crescente, quanto più spesso e più a lungo la riflessione si occupa di esse: il cielo stellato sopra di me, e la legge morale in me. "
- Immanuel Kant -
(1724-1804)

Advertenties

Met de opbrengst van reclame wordt het onderhoud van de site betaald en sparen we voor nieuwe investeringen zoals geluidsbestanden.
Wilt u ook adverteren op deze site?